Hervorming arbeidsmarkt: plannen van het ministerie

Op 3 april 2023 heeft minister Van Gennip een voortgangsbrief gepubliceerd waarin belangrijke hervormingsplannen voor de Nederlandse arbeidsmarkt worden gepresenteerd. Deze hervormingen zijn bedoeld om de arbeidsmarkt toekomstbestendiger en eerlijker te maken, zowel voor werkgevers als werknemers. In dit blog zal ik een aantal van de belangrijkste veranderingen en de impact ervan bespreken.

Doel van de hervormingen

Het doel van de hervormingen is om de arbeidsmarkt te moderniseren en beter in te richten voor de toekomst. Er wordt gestreefd naar:

  • Het creëren van duurzame arbeidsrelaties (langdurige en vaste contracten).
  • Het vergroten van de wendbaarheid van bedrijven, zodat ze flexibeler kunnen inspelen op veranderingen.
  • Het versterken van het verdienvermogen van Nederland op de lange termijn.

Deze doelen worden bereikt door:

  • Meer inkomens- en bestaanszekerheid te bieden aan werkenden.
  • Oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan, bijvoorbeeld door het verminderen van verschillen tussen contractvormen en het tegengaan van schijnzelfstandigheid.

1. Zelfstandigen 

De hervormingen richten zich ook op de positie van zelfstandigen. Het verschil tussen zelfstandigen en werknemers wordt verkleind door onder andere de afbouw van de zelfstandigenaftrek en de verplichte invoering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandige IB-ondernemers. Daarnaast worden er drie criteria toegevoegd om te beoordelen of iemand daadwerkelijk als zelfstandige werkt, waaronder toezicht, organisatorische inbedding, en de aanwezigheid van een resultaatverplichting.

2. Afschaffing van nuluren- en min-maxcontracten

Een van de ingrijpende maatregelen is de afschaffing van nulurencontracten en min-maxcontracten. In plaats daarvan komt er een basiscontract, waarbij werknemers gegarandeerde uren krijgen en de beschikbaarheid wordt beperkt tot maximaal 130% van deze uren. Dit biedt meer zekerheid voor oproepkrachten. Scholieren en studenten die maximaal 16 uur per week werken, vallen buiten deze regel. 

3. Strengere regels voor uitzendkrachten

De regels voor uitzendkrachten worden strenger. Zo wordt de duur van fase B (of fase 3) verkort van drie naar twee jaar, met een maximum van zes tijdelijke contracten. Daarnaast moeten de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten gelijkwaardig zijn aan die van werknemers die direct in dienst zijn bij de opdrachtgever, en wordt het uitzendpensioen marktconform. Vanaf 1 januari 2025 moeten alle uitzendbureaus bovendien gecertificeerd zijn.

4. Wijzigingen in de ketenregeling

De ketenregeling blijft grotendeels bestaan, waarbij maximaal drie contracten binnen drie jaar mogen worden aangeboden. De onderbrekingstermijn voor het doorbreken van de keten wordt echter verlengd van zes maanden naar vijf jaar. Voor seizoensarbeiders en studenten gelden uitzonderingen, waardoor zij na een korte onderbreking opnieuw in dienst kunnen treden.

5. WW-premie voor vaste contracten

Om meer flexibiliteit binnen vaste contracten te bieden, wordt de WW-premie aangepast. Contracten voor onbepaalde tijd vallen onder de lage WW-premie, tenzij er sprake is van meer dan 30% overwerk. Voor werknemers met een contract van minimaal 30 uur per week geldt deze regel niet, terwijl dat eerder 35 uur per week was.

6. Re-integratie van langdurig zieke werknemers

Voor mkb-ondernemers komt er een versoepeling van de verplichtingen rond re-integratie. Na één jaar mag de werkgever vaststellen dat re-integratie binnen het eigen bedrijf niet meer mogelijk is, terwijl dit nu pas na twee jaar kan. De verplichting tot loondoorbetaling gedurende twee jaar blijft wel in stand.

7. Crisisregeling voor personeelsbehoud

Een nieuwe maatregel is de crisisregeling voor personeelsbehoud, die werkgevers de mogelijkheid geeft om werknemers tijdens een crisis tijdelijk een andere functie te laten vervullen of hen op een andere locatie te laten werken. Ook kan een werkgever ervoor kiezen om werknemers 20% minder te laten werken, waarbij zij over deze uren 80% van hun loon blijven ontvangen. De overheid biedt een tegemoetkoming van 60% van de loonkosten voor de niet-gewerkte uren, mits het totale loon niet meer dan 10% daalt.

Conclusie

De hervormingen van minister Van Gennip hebben als doel de arbeidsmarkt duurzamer, eerlijker en flexibeler te maken. Werkgevers krijgen meer mogelijkheden om hun personeelsbestand wendbaar te houden, terwijl werknemers meer zekerheid krijgen over hun inkomen en arbeidsrelaties. Het verschil tussen vast en flexibel werk wordt verkleind en zelfstandigen worden beter beschermd tegen schijnzelfstandigheid. Deze hervormingen zullen de komende jaren een grote impact hebben op zowel werkgevers als werknemers in Nederland.

Wil je een korte samenvatting van de belangrijkste hervormingsplannen?  Bekijk dan deze PowerPoint met een overzicht van de veranderingen.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp